Het leven van Mies van der Perk (°1938) staat volledig in dienst van de kunst. Haar huiskamer is tegelijkertijd atelier, compleet met ezel en goed gevulde materialenkast. Verder staan er een antieke tafel met stoelen en een comfortabele fauteuil tegenover een enorme flatscreen.

Regelmatig tekent Van der Perk, sportende, dansende of musicerende mensen van televisiebeelden na. Deze snelle schetsen in potlood, grafiek- of tekenstift maakt zij op klein formaat papier. Sommige werkt zij later uit met acryl, inkt of aquarel op doek, of luxe tekenpapier. Bladerend door albums met foto’s van haar werk, is goed te zien hoe zij door de jaren heen verschillende stijlen hanteerde en steeds op zoek blijft gaan naar de vorm die haar gevoelens het best zou kunnen uitdrukken. Haar albums blijken stille getuigen van een opmerkelijk ontwikkelingsproces.

Al op de lagere school in Rotterdam-Zuid toonde Mies van der Perk een opvallend talent voor tekenen. In geen enkel vak scoorde ze hoog, maar iedere docent roemde haar tekenkunst. Het advies was dan ook om daarin verder te gaan. Omdat haar vader, broers en zussen buitenshuis moesten werken om het grote gezin te voeden en te kleden, bleef Mies lange tijd thuis werken.

De armoede was groot. Zij houdt nog bewuste herinneringen over aan de hongerwinter en de komst van de Amerikanen met hun “lekkere koeken en chocolade”. Ook tijdens de wederopbouw stonden hard werken en sober leven nog lange tijd centraal.

Zo waren daar de pesterijen van collega’s, maar ook de hernieuwde ontmoeting met haar creatieve kant.

Op haar 29e ging ze huishoudelijk werk verrichten in twee opeenvolgende ziekenhuizen. Ze bewaart er goede en minder goede herinneringen aan. Zo waren daar de pesterijen van collega’s, maar ook de hernieuwde ontmoeting met haar creatieve kant. Met een bevriende collega ging ze s’avonds in een hobbyclub kerstkaarten maken. In een groep met natuurvrienden van het NIVONkwam haar oude liefde voor het tekenen tenslotte weer boven.

In een naïeve stijl en met verschillende materialen en technieken maakte ze liefelijke taferelen en landschappen, soms naar voorbeeld, soms naar eigen fantasie. Omdat dit haar nog te weinig voldoening gaf, ging Mies cursussen volgen bij de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam. Naar voorbeeld van grote meesters begon ze te experimenteren met verschillende stijlen. Haar portretten en figuren tonen aan het begin van de jaren negentig invloeden van het expressionisme, surrealisme en het realisme.

Overspannen

Door bezuinigingen en privatisering verloor Mies in 1995 haar baan. Dit veroorzaakte een groot dieptepunt in haar leven. Ze raakte overstuur of, zoals zij dat zelf zegt “overspannen”. Het kost haar nog steeds moeite om over deze periode te praten. Ze raakte gedesillusioneerd, werd gedwongen te verhuizen en vereenzaamde. Op aandringen van een maatschappelijk werkster ging ze naar Via Kunst. Deze stichting zet zich in voor beeldende talenten binnen de zogenaamde “drop-outs van de samenleving” zoals daklozen en verslaafden. Het is een initiatief van de Stichting Pauluskerk, onder aanvoering van de bekende dominee Hans Visser.

Oprichter en beeldend docent Jack van Mildert volgde in zijn kunstacademietijd ooit een workshop met kunstenaars van Atelier Herenplaats. Sindsdien ontwikkelde hij een voorliefde voor Outsider Art en de makers erachter. Van 1996 tot 1999 kwam Mies bijna dagelijks bij Via Kunst om op aanwijzingen van Jack van Mildert op een professionele manier aan haar oeuvre te werken.

Zij leerde hier veel en voelde een sterke band met haar “meester”. Voor het eerst begon zij haar tekeningen en schilderijen te exposeren in café’s en kleine expositieruimten.

Haar werk ademde toen nog een academische sfeer en was verre van “outsider” te noemen. Hoewel zij zich als kunstenaar begon te ontwikkelen, was er van een eigen stijl nog geen sprake. Ze toonde zich zeer gevoelig voor, en afhankelijk van de mening van anderen. Het was voor haar dan ook moeilijk te verkroppen dat Jack bij Via Kunst vertrok om zich volledig op zijn eigen kunst te concentreren. Mies had respect voor zijn keuze, maar voelde zich opnieuw verlaten en ontheemd.

Vanuit haar gevoelens van verstoten en vertrapt zijn, maakte ze een serie bizarre zelfportretten met holle ogen en overdreven woeste en trieste gelaatstrekken.

Een periode van afsluiting en isolatie volgde. Oude pijnen doemden op als demonen uit het verleden. Ze werd destructief naar zichzelf en naar haar werk. Tegelijkertijd begon ze echter ook uitdrukking te geven aan emoties. Vanuit haar gevoelens van verstoten en vertrapt zijn, maakte ze een serie bizarre zelfportretten met holle ogen en overdreven woeste en trieste gelaatstrekken. In deze persoonlijke portretten openbaarde zich voor het eerst iets van een eigen stijl.

Strohalm

Er was in die zware periode een laatste strohalm waaraan Mies zich vastklampte en die zij nog steeds beschouwt als de redding van haar leven: het contact met Jack Vreeke. Van Mildert kende Vreeke als docent tekenen en beeldende vorming aan de Fontys Hogeschool in Eindhoven en als verwoed verzamelaar van Outsider Art. Als lesmateriaal voor zijn leerlingen richtte Vreeke destijds de collectie “Buitengewone Beelden” op. Dit beeldend werk van voornamelijk outsider kunstenaars uit het hele land beschouwt hij zelf als “een verzameling van verzamelingen” (Out of Art, mei 2006, p. 18 t/m 22). In deze collectie was al werk van Mies opgenomen en in 1998 werden haar kunstwerken tentoongesteld binnen een groepstentoonstelling op de Hogeschool.

Dat iemand als Vreeke haar werk bewondert en opneemt in zijn verzameling, geeft Mies een veilig en geborgen gevoel.

Door de gedachte dat haar werk na haar heengaan verloren zou gaan, leed Mies regelmatig aan aanvallen van angst en paniek. Daarom werd afgesproken dat Vreeke haar werk via “Buitengewone Beelden” zou gaan beheren. Hij bezocht haar twee- tot driemaal per jaar. Samen bespraken ze haar werk, maakten ze selecties en werd het oeuvre in Eindhoven gedocumenteerd. Deze bezoeken koestert Mies tot op de dag van vandaag en sindsdien is zij haar creaties, die recht uit haar ziel lijken te ontspruiten, zelf ook leren koesteren. Dat iemand als Vreeke haar werk bewondert en opneemt in zijn verzameling, geeft Mies een veilig en geborgen gevoel.

Tijdens zijn bezoeken aan Herenplaats, verhaalde Vreeke mij geregeld over Mies van der Perk. In verband met zijn pensioen vroeg hij ons uiteindelijk om de bezoeken aan deze kunstenaar over te nemen. Aangezien ik al langer met de gedachte rondliep om een atelier voor getalenteerde (ex-)psychiatrische cliënten te starten en ik een kunstenaar wel wilde ondersteunen, nam ik in 2005 de huisbezoeken over. Ik was meteen onder de indruk van haar werklust en wat zij in haar kunst had opgebouwd.

Haar albums met foto’s van haar werk en de als atelier ingerichte huiskamer vertelden mij al veel over haar motivatie om te leren. Door wat zij in haar leven als pijnlijk ervaren moet hebben, is zij afhankelijk geraakt van de mening van anderen. Zij kan zich helemaal vastklampen aan mensen die haar talent onderkennen en die in haar een bijzondere kunstenaar zien. Ik zie het dan ook als mijn taak om haar terug te brengen naar haar eigen kunnen, haar te helpen vertrouwen op haar ontwikkeling als kunstenaar en haar te laten putten uit eigen ervaring.

Jammerende junks en droomtekeningen

Gedurende haar periode bij Via Kunst leerde Van der Perk (ex-)junks kennen, die soms bij openingen van tentoonstellingen musiceerden en die elke vrijdag in de Pauluskerk samen jamden op slag- en snaarinstrumenten. Hoewel het haar enige moeite kostte om in deze groep verslaafden opgenomen te worden, lukte het haar toch hun poses te schetsen.

Noodgedwongen ontwikkelde zij een snelle noteerstijl, zonder zelfs maar naar haar tekenvel te kijken. Die snelle schetsen zijn vaak ware juweeltjes. In een minimum aan lijnen noteert zij karikatuur en pijn van mensen die zich samen kunnen vinden in de muziek. Het lijkt alsof Mies zichzelf herkent in de gefolterde mens die zich creatief uit. Omdat het tekenen zo snel gaat, moet zij haar gedachten wel loslaten. Juist in dit soort tekeningen oogt haar werk zo authentiek.

Ook de later op doek en groot formaat papier uitgewerkte schetsen zijn de moeite waard, al missen ze die snelle, bevrijdende ontlading van een 2 minuten schets. Op doek wordt haar gevecht met andere werelden veel zichtbaarder. Ze gaat dan nadenken over “hoe het hoort”, over de keuze tussen realistisch of abstract en tussen materialen en technieken.

Wat zij het allerliefst wil, is bewonderd worden door een groot publiek.

Er zijn altijd kunstenaars geweest die dromen als inspiratiebron en uitgangspunt voor hun beeldend werk kiezen. Tijdens mijn tijd aan de kunstacademie gebruikte ikzelf ook die bronnen. Bij Mies van der Perk ontdekte ik onlangs een levendig droomleven doordat zij in een van haar tekeningen haar dromen probeerde uit te beelden. Dit werk was zo “Mies zelf”, dat ik hoopte hiervan meer te gaan zien.

Inmiddels heeft zij met grafietstift en met wit pastel een bijzonder intieme serie “droomtekeningen” gemaakt. Enkele werden begin 2008 getoond in de stand van Herenplaats op de Outsider Art Fair in New York. Ze werden door een aanzienlijk publiek als bijzonder ervaren, maar omdat er niets van werd verkocht, was dat voor Mies een lichte teleurstelling. Wat zij het allerliefst wil, is bewonderd worden door een groot publiek. Voordat zij haar leven eindigt, wil zij geaccepteerd zijn en beroemd zijn om haar kunst. Recentere tentoonstellingen als Big-I Project in Tokyo, Yokahama en Osaka (2017), alsook de expositie in het Outsider Art Museum, Hermitage in Amsterdam (2017) en Art Partagé / Oeil Art in Rives (F-2018) komen daarin tegemoet.


Een nieuw begin

Het is wellicht zo dat in een volgende fase van haar carrière diverse facetten van haar werk zullen samenkomen en zij nog meer uit zichzelf kan gaan putten, om daarmee een groter publiek in de ziel te raken. Een nieuw begin is alvast gemaakt. Sinds eind 2007 werkt Mies van der Perk in het door Herenplaats geopende atelier voor getalenteerde mensen met een (ex-)psychiatrische achtergrond. Na een selectieronde is ook Mies tot deze groep gaan behoren. Hier werkt zij onder deskundige begeleiding en ontwikkelt zij zich verder. In haar huidige werk versmelten allerlei fasen van haar oeuvre en leven. Het ziet er nu al indrukwekkend uit maar ik kan het niet nalaten haar te wensen dat zij eens vol overtuiging kan zeggen “Dat ben ik, Mies van der Perk”.

Ik was meteen onder de indruk van haar werklust en wat zij in haar kunst had opgebouwd.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door op ‘accepteren’ te klikken, ga je akkoord met ons privacybeleid.